Het prosumententarief werd in het leven geroepen om eigenaars van zonnepanelen mee te laten betalen voor hun gebruik van het distributienet. Zonder de digitale meter kon er niet worden achterhaald hoeveel dit gebruik was, en betaalde men op basis van een forfait: het prosumententarief. Dankzij de digitale meter kan dit effectieve verbruik wel worden achterhaald en vervalt de forfait. Het prosumententarief valt dus volledig weg voor alle klanten die reeds een digitale meter hebben. Bovendien is dit noodzakelijk om in aanmerking te komen voor een premie.

2021: Prosumententarief verdwijnt definitief

Sinds 2021 gaat het niet meer over een keuze, maar is de nieuwe tariefstructuur verplicht voor iedereen die een digitale teller heeft. Deze structuur houdt in dat er voor bruto-afname aan hoge prijs betaald wordt (zo’n €0,29/kWh) terwijl er voor injectie slechts een beperkte vergoeding voorzien wordt onder de voorwaarde dat u een terugleveringscontract heeft. Deze variëren tussen de 4 en 6 cent per geïnjecteerde kWh. Bij de aangekochte stroom zijn de transportkosten inbegrepen, vandaar de hoge prijs. Voor de geïnjecteerde stroom gaat het enkel om het product zelf: elektriciteit. Het transport wordt dan betaald door degene die uw zonnestroom op dat moment verbruikt.

Vanaf 2022 komt er bovendien ook een capaciteitstarief. Iedereen zal een netvergoeding betalen voor de capaciteit die hij van het net nodig heeft; deze wordt berekend aan de hand van maandpieken op kwartierbasis. Meer info daarover vindt u op onze blog.